Klimaatramp, klimaatcatastrofe, klimaatapocalyps. Elke dag lopen we rond met de angst dat onze toekomst krimpt. Het lijkt bijna onvermijdelijk dat we als mensheid, als planeet, afstevenen op massasterfte. Intussen moeten we verder met onze dag. Maar kan dat wel? Mag dat wel? De klimaatrampen zijn hier en nu. De strijd voor onze biotoop wordt nu gestreden en het is nu dat hij gewonnen of verloren zal worden.
Heb het te warm, zal doen wat ik kan (2026) is een stuk over drie mensen met andere perspectieven, achtergronden, middelen … die alle drie nog niet klaar zijn om op te geven, want er kan nog gestreden worden voor de planeet. Er moet nog gestreden worden voor alle komende generaties. Een toegewijde hervormer, een geharde revolutionair en een getraumatiseerd slachtoffer van een klimaatramp; alle drie beschikken ze over iets heel absurd en zeldzaam: hoop.
Onze voorstelling moet gezien worden door jongeren. Zij hebben deze hoop nodig. Niet alleen omdat ze al van bij hun geboorte niets anders dan ecologische doem voorspeld krijgen. Niet alleen omdat onze samenleving van hen verwacht dat ze dit enorme probleem gaan oplossen. Maar omdat hoop datgene is waar zij het mee moeten doen, in de wereld die wij hen nalaten.
"Een maanloze nacht. Ik denk dat ik sterren zie, maar besef dat het satellieten zijn. Elk lichtje dat knippert aan de hemel, van oost naar west en west naar oost, is een bewijs dat mensen aan het kijken zijn. Ze kijken naar mij. Ze weten wat er hier gebeurt, maar ze willen niets doen. Ze kunnen niets doen. Ze doen niets. Niets te doen. Niets te zeggen.
De hemel wordt staalgrijs en wit nog voor de zon opkomt. Wanneer de zon eindelijk weer toeslaat, lijkt het alsof de bomen in vuur en vlam staan door het oogverblindend licht. Ik lig nog in het water. Platgekookt. Ik wil niet verdrinken. Ik richt me op."
Swallow Me Whole (2023) is een monoloog over vreemde ecosystemen, de kracht van (myciale) verbinding, obsessieve nieuwsgierigheid en de diepe blauwe zee. In deze solo exploreert een eenzame biologe een post-apocalyptisch landschap waar grootse, bovennatuurlijke krachten het hele ecosysteem getransformeerd hebben. Nieuwe organismes ontwikkelen zich. Alles lijkt dood en levend tegelijkertijd. Haar wetenschappelijke paradigma blijkt onvoldoende om de ware betekenis van wat er rondom haar gebeurt te vatten. Geplaagd door steeds veranderende herinneringen aan haar moeder en die ene octopus komt zij oog in oog te staan met het onbegrijpelijke. Hoe meer ze lijkt te weten, hoe meer ze lijkt te verliezen. Hoe meer ze niet weet, hoe meer deze vreemde plek haar besmet. Hoe zieker ze wordt, hoe onmogelijker het lijkt om te onderscheiden of zij deel uitmaakt van deze plek of deze plek een deel is van haar.
"You know, sometimes I wonder what makes something a dead thing. I mean-- Of course there is a scientific… Let's call it an agreement, something we all decide to be true. Because-- I mean, that’s what gets me wondering: are you dead if the rot from your flesh is the origin of new living matter? Where do you end? Sometimes I wonder what makes something a dead thing. Is it the shrooms deciding to take you over? They’re everywhere. You’re covered in them. Or you should be. You know, mushrooms produce molecules that fit receptors in the human brain and body. Like a puzzle, we simply fit. You could say, we evolved to eat them. You could say, they evolved to colonise us. Sometimes I wonder…"
Alkestis (2023) vertrok vanuit Jeff en Flora’s gedeelde fascinatie voor antieke literatuur. Zij legden beiden een academisch parcours af rond de oudheid, Jeff met een Master in Antieke Filosofie (University of Edinburgh) en Flora met een Bachelor in Latijnse Taal- en Letterkunde (Universiteit Gent). Alkestis was de koningin van Thessalië en de enige figuur in de hele Oudgriekse mythos die de schikgodinnen kon misleiden en zo de koers van de geschiedenis veranderde. Deze uitzonderlijke heldendaad werd echter nooit als heldhaftig beschouwd. Erger nog, Alkestis was slechts een nevenfiguur in de mythe rond haar man Admetos; zij was ‘de ideale brave vrouw’ die zich opofferde voor het leven van haar man. Flora en Jeff werden geprikkeld door deze hypocrisie en schreven vanuit die noodzaak een hedendaagse, feministische bewerking van het stuk van Euripides. Het resultaat was een toneeltekst over vrouwelijk heroïsme en de onzichtbare arbeid die vrouwen al sinds de oudheid leveren en waarmee ze de wereld draaiende houden.
De tekst is te koop bij De Nieuwe Toneelbibliotheek.
"Je hebt mij gemaakt, ik heb daar niet om gevraagd. Je hebt Admetos gemaakt, mijn man, en nu moet ik hem verliezen. Je hebt mijn kinderen gemaakt, die nu vaderloos en zonder bescherming door het leven moeten. Alle liefde die ik voel, wordt zwart gal in mij. Alle goede dingen in mijn leven zullen nog voor mijn onvermijdelijke dood een bron van pijn zijn, pijn zoals jij die nog nooit gekend hebt. Ik zal voor mijn einde mijn kleren scheuren en mijn haar bij de wortels uitrukken en dat is jouw schuld, Klotho. Jij hebt mij gemaakt voor pijn, net zoals je ontelbaar veel mensen een wereld van pijn ingeduwd hebt. Waar was dat voor nodig, Klotho? Hoe ga jij boete doen? Jij hebt me een leven gegeven waar ik nu op spuug, hoe ga jij me terugbetalen voor jouw vergiftigd geschenk?"